Tijdens het rondetafelgesprek - een openbare vergadering - staat voor de raad het inwinnen van informatie centraal.
- De meeste voorstellen die de raad behandelt, zijn afkomstig van het college van burgemeester en wethouders. Het college is, voordat de raad een voorstel ontvangt, bezig geweest met de voorbereiding van het voorstel.
- Meestal worden de burgers en instellingen die in dat traject bij een bepaald voorstel betrokken zijn geweest, door de griffie geattendeerd op de naderende behandeling. Ook kunnen deze burgers en instellingen zich aanmelden voor het spreekrecht.
- Inwoners en/of instellingen kunnen zich ook spontaan aanmelden om een toelichting te geven op (aspecten van) een raadsvoorstel.
- Tenslotte bestaat de mogelijkheid dat de raad burgers of instellingen expliciet uitnodigt om een toelichting of een presentatie te geven tijdens het rondetafelgesprek.
De raad kan tijdens het rondetafelgesprek ook informatie ontvangen van het college van burgemeester en wethouders. Er is daarom altijd een lid van het college aanwezig voor het geven van een toelichting of het beantwoorden van vragen.
Politici mogen hun voorlopige standpunt over een bepaald onderwerp in de vorm van een korte verklaring kenbaar maken tijdens de rondetafelgesprekken. Hierdoor wordt voor de aanwezige burgers duidelijk hoe zijn/haar uitleg tijdens het rondetafelgesprek door de verschillende politieke partijen is ontvangen. Op die manier kunnen zij bepalen of het nodig is om partijen voor de debatraad nog eens te benaderen voor een uitgebreider gesprek.
Per fractie neemt één commissie- of raadslid aan een rondetafelgesprek deel, waardoor het mogelijk is dat tegelijkertijd meerdere sessies plaatsvinden. Per avond zijn er maximaal vier sessies; twee van 20.00 tot 21.00 uur (met uitloop tot 21.15 uur) en twee van 21.30 tot 22.30 uur. Incidenteel kan de raad ervoor kiezen bij zwaarwichtige onderwerpen een enkele sessie te houden, desgewenst bijgewoond door een groter deel van de raad.